Op 17 oktober 2012 deed de rechtbank Maastricht uitspraak over een zaak waarbij de toepasselijke procedure bij een weigeringsbesluit ter discussie stond (LJN: BY1088).
In het geval waarin een omgevingsvergunning wordt geweigerd, dient dezelfde procedure te worden gevolgd als wanneer deze zou worden verleend; uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in par. 3.3 Wabo i.c. derhalve ook van toepassing op weigering omgevingsvergunning, nu in Wabo een uitdrukkelijke uitzondering op deze regel niet is opgenomen.
Het besluit betrof de weigering een omgevingsvergunning te verlenen voor een terras.
De Rb. overweegt dat in het kader van de onderhavige aanvraag een omgevingsvergunning enkel verleend kan worden met toepassing van art. 2.12, lid 1, aanhef, onder a, onder 3° van de Wabo.
Gelet op art. 3.10, lid 1, aanhef en onder a, van de Wabo is om die reden de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Awb van toepassing. In de aanvraag heeft verweerder ook vermeld dat de uitgebreide procedure van toepassing is. Voorts heeft verweerder bij brief van 28 juni 2011 vermeld dat de behandeling van de aanvraag plaatsvindt volgens de uitgebreide procedure. Blijkens de stukken heeft verweerder deze procedure echter feitelijk niet gevolgd. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat verweerder zich op het standpunt heeft gesteld dat bij een weigering om een omgevingsvergunning te verlenen, alsnog toepassing kan worden gegeven aan de reguliere procedure. Naar dezerzijds oordeel dient echter, in het geval waarin een omgevingsvergunning geweigerd wordt, dezelfde procedure te worden gevolgd als wanneer deze wel verleend zou worden. De Rb. verwijst in dit kader naar de MvT bij de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb (Kamerstukken II, 2003-2004, 29 421, nr. 3, p. 12). De wetgever heeft daarin onder meer overwogen dat de ‘vantoepassingverklaring’ (van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure) vanzelfsprekend ook de gevallen omvat die uiteindelijk leiden tot afwijzing van een aanvraag, dus weigering van de vergunning. Dit laat onverlet dat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure alleen op een positief besluit van toepassing kan worden verklaard, maar dit moet dan uitdrukkelijk uit de tekst van de desbetreffende bepaling volgen, aldus de wetgever. Volgens de Rb. is in de Wabo een dergelijke uitzondering niet opgenomen, zodat verweerder naar dezerzijds oordeel gehouden was om ook in het onderhavige geval de uitgebreide procedure als bedoeld in paragraaf 3.3 van de Wabo toe te passen. De Rb. is van oordeel dat verweerder door de uitgebreide procedure niet toe te passen de bij de totstandkoming van het bestreden besluit benodigde zorgvuldigheid niet in acht heeft genomen, waardoor eisers belangen zijn geschaad. Het bestreden besluit komt wegens strijd met de artt. 3:2 en 7:12, lid 1 van de Awb voor vernietiging in aanmerking.